Dit gebeurt er na het retourneren van een product
Heb je wel eens iets teruggestuurd omdat het product je niet bevalt? Dan ben je een van de vele Nederlanders die dit wel eens gedaan heeft. Maar liefst één op de tien pakketjes komt terug bij de webshop. Dat is behoorlijk wat.
De afgelopen jaren is steeds meer in kaart gebracht hoe vaak pakketjes worden teruggestuurd. Het gaat dan om een aanzienlijk deel van de aankopen. Denk bijvoorbeeld aan het terugsturen van elektronica als koffiezetapparaten of kleding zoals spijkerbroeken en jassen. Die gaan dan rechtstreeks terug naar de retourafdeling van de webwinkel. Maar wat gebeurt er daarna met die spullen?
We zijn goed in retourneren
Online bestellen is erg gemakkelijk. Meestal bestellen bezoekers van een webshop een kledingstuk in meerdere maten. Ze kiezen dan welke kleding het best past en sturen de rest weer terug. Dat lijkt erg eenvoudig, maar er gaat een behoorlijk proces aan achteraf wanneer het retourproces in gang wordt gezet. Nederlanders kopen gemiddeld twintig kledingstukken per jaar. De helft van die kledingstukken wordt online besteld. Het retourneren van kleding is meestal niet goed voor het milieu. Door het vele bestellen en retourneren is er een behoorlijk overschot aan kleding ontstaan.
Naar schatting zouden er zo’n 1,2 miljoen nieuwe kledingstukken per jaar worden vernietigd. We zijn dan ook heer en meester in het retourneren van onze online bestelde producten. Van iedere honderd klanten die een product bestellen, sturen tien klanten het product weer terug. Daarmee hebben we het hoogste retourpercentage van Europa. Het retourproces is vaak niet erg duurzaam. Dat heeft ermee te maken dat er al een proces aan vooraf gaat wanneer we de bestelling plaatsen. Het product moet bijvoorbeeld met plastic worden verpakt en er moeten bestelbussen het land door rijden om de pakketjes af te leveren.
Vraag is wat er gebeurt met die ene jas die toch niet helemaal bevalt en daarom wordt teruggestuurd. In de winkel is het mogelijk de producten meteen te passen en dan aan te schaffen. Retourneren nadat deze gedragen is, is vaak niet mogelijk. Maar online is maar moeilijk te zeggen wat de klant met zijn of haar product heeft gedaan, dus is er niemand die het merkt. Bij veel webshops staat wel aangegeven hoe je een product kunt retourneren, maar wat ermee gebeurt staat er vaak niet bij vermeld.
Wat gebeurt er verder?
De praktijk is dat veel kleding weer wordt teruggestuurd. Dat is ook een probleem voor webwinkels en andere retailers. Zij weten vaak niet wat ze met de producten moeten doen. Naar schatting van Cecile Scheele, oprichtster van Dutch Sustainable Fashion Week tegen MetroNieuws blijven er alleen in Nederland jaarlijks zo’n 21,5 miljoen kledingstukken liggen. Slechts drie procent wordt weer gerecycled. 140 miljoen kleding per jaar gaat de verbrandingsovens in. Dit is dan ook erg zonde van al die kleding.
Maar er zijn ook andere opties die webwinkels vaak gebruiken. Soms is de kleding nog in prima staat en hoeft deze alleen opnieuw verpakt te worden. In andere gevallen is de kleding niet meer goed genoeg om opnieuw te verkopen en wordt deze verkocht via de outlet. Een andere optie is doneren aan een goed doel. Dat gebeurt bijvoorbeeld wanneer het kledingstuk flink beschadigd is, maar nog wel gedragen kan worden.
Terug de voorraad in
De meeste webshops zullen eerst proberen om de kleding weer terug de verkoop in te krijgen. De meeste kleding wordt volgens Zalando weer terug de verkoop in gebracht. De kleding is dan nog goed. Vaak is deze alleen even uit de verpakking geweest en verder niet gedragen. In zo’n geval is het zonde niets meer met het product te doen. De retourafdeling verpakt het product dan opnieuw en boekt het weer bij de voorraad in. Soms is het mogelijk dat er een korting wordt berekend, zodat het product aantrekkelijker is voor de tweede eigenaar.
Daar gaat volgens Wehkamp wel eerst een grondige inspectie aan vooraf. Daarna wordt het product weer in voorraad geplaatst. De artikelen die dan niet meer kunnen worden verkocht, gaan door naar opkopers. Het gaat hier dan om producten die gebonden zijn aan een seizoen of simpelweg uit de mode zijn.
Bij een modemerk als WE gaat dit weer anders. De retouren worden beoordeeld door het kwaliteitsteam. Zij beslissen dan of een product nog verkoopbaar is. Als dit niet het geval is, wordt er eens per half jaar een zogenaamde sample sale voor personeel gehouden. Personeel kan dan de kleding kopen die door klanten is teruggestuurd, met een fikse korting.
Verkopen via outlet
Maar in sommige gevallen is de kleding niet goed genoeg meer om nog eens te dragen. Dat heeft lang niet altijd te maken met de staat van die ene jas, maar vooral met het feit dat een winterjas niet in alle seizoenen even goed verkoopt. Bovendien wil men vaak een modieus product dat dus met de tijd mee kan. Wanneer een product uit de mode is, is het nog prima te dragen, maar willen klanten het product niet meer. Het is zonde zo’n product te vernietigen. Daarom worden deze producten verkocht aan opkopers. Deze opkopers werken voor outletzaken. Op die manier kom je jassen of andere kleding tegen in de outletwinkel.
Doneren aan een goed doel
Drie van de ketens die MetroNieuws gesproken heeft, stellen dat het soms niet meer mogelijk is om een artikel te verkopen. De opkopers van de outletstore verliezen dan hun interesse. Toch wordt ook deze kleding niet onmiddellijk vernietigd. Ze worden aangeboden bij een goed doel. Zo zijn er goede doelen speciaal gericht op kleding. Op die manier vindt alle textiel weer een nieuw doel, zodat het niet vernietigd hoeft te worden.
Manieren om het retourprobleem op te lossen
Er worden dus nogal wat kledingstukken teruggestuurd. Daarom zijn er verschillende bedrijven bezig om het retourprobleem op te lossen. Zo heeft modehuis H&M bijvoorbeeld de Click & Collect-service. Klanten kunnen hun product dan alsnog online bestellen, maar deze in de winkel passen en afhalen. Eventueel kan de kleding dan alsnog geretourneerd worden. De winkels gebruiken de geretourneerde producten weer voor hun eigen fysieke voorraad. De ‘geretourneerde’ spijkerbroek wordt dan met korting in het rek in de winkel gehangen. Zo komt het product beschikbaar voor andere klanten.
Dat geldt ook als klanten een product online aanschaffen en thuis geleverd krijgen. Wanneer deze in een winkel wordt geretourneerd, wordt het product alsnog in de fysieke voorraad gebracht. Maar als deze per post wordt teruggestuurd, komt deze in het distributiecentrum terecht. Er wordt dan gekeken of het product opnieuw in de online voorraad kan worden geplaatst. Als het product te beschadigd is, wordt deze overgegeven aan een recyclingsbedrijf.
Een andere manier om te zorgen dat niet alle producten steeds retour worden gestuurd, is door klanten meer bewust te maken van de impact van retouren. Het kost niet alleen de online winkel veel geld, maar het vraagt ook behoorlijk wat van het milieu. Kleding die niet verkocht wordt, is een enorme kostenpost voor een bedrijf. Bovendien krijgen opkopers te kleding soms onder de inkoopprijs. Dit is wat men de ‘devaluatie’ van kleding noemt. Met andere woorden: dit draagt niet bij aan gezonde inkomsten van een bedrijf. Bovendien worden de producten vaak al goedkoop geproduceerd. Daardoor is het moeilijker tot goede arbeidsvoorwaarden te komen. Consumenten moeten zich volgens Dutch Sustainable Fashion Week dus bewuster worden van de impact van hun koopgedrag. Vaak onderschatten we de waarde van onze bestelde kleding. Wees dus bewus van wat je gaat kopen.
Veelgestelde vragen rondom bedenktijd
📦 Waarom sturen we zoveel kleding terug?
In Nederland wordt één op de tien pakketjes teruggestuurd naar de webshop. Het is een flink deel van de online aankopen. Deze belanden uiteindelijk weer bij de retourafdeling van de webwinkel. Vaak gaat het om het terugsturen van kleding. De helft van alle kleding wordt online besteld. Het is dus niet gek dat we ook regelmatig kleding weer terugsturen. Dat is niet goed voor het milieu, want er is een behoorlijk overschot aan kleding ontstaan.
De reden dat we zoveel kleding terugsturen heeft er vooral mee te maken dat je dit niet op afstand kan passen. Je moet het product eerst bestellen en ontvangen, om vervolgens terug te sturen als deze niet past. Het gebeurt dan ook vaak dat consumenten twee keer hetzelfde product in verschillende maten bestellen en daarvan het product dat niet goed past weer terugzenden.
🔢 Hoeveel retourneren Nederlanders eigenlijk?
Nederlanders zijn heer en meester in het retourneren van nieuwe kledingstukken. Per jaar worden er zo’n 1,2 miljoen nieuwe kledingstukken per jaar vernietigd, omdat ze niet meer verkocht kunnen worden. Van alle honderd bestellingen, worden er tien teruggestuurd naar de retourafdeling. Nergens in Europa ligt het retourpercentage zo hoog als in Nederland. Het retourneren van het product gebeurt vaak niet op een duurzame manier.
De bestelling moet namelijk eerst met papier en plakband worden verpakt. De producten zelf zijn vaak opgeborgen in een plastic verpakking. De bestelling moet daarna naar de klant worden gebracht. Dit gebeurt door bestelbussen die door het hele land rijden. Retourneren zorgt dus voor een behoorlijke aanslag op het milieu.
👚 Hoe kan het dat er zoveel kleding vernietigd wordt?
Consumenten zijn niet bepaald zuinig als het aankomt op het duurzaam gebruik van kleding. Want het wordt gepast, onbedoeld kapotgemaakt en weer teruggestuurd. Daardoor krijgen webshops te maken met een probleem; wat moeten ze met die kleding die niet meer verkocht kan worden? In Nederland blijven er jaarlijks 21,5 miljoen kledingstukken liggen. Daarvan wordt maar drie procent gerecycled.
Dat betekent dat 140 miljoen kledingstukken per jaar in de verbrandingsovens eindigen. Dat is zonde, want als de consument zuiniger op zijn retouren is, hoeft er minder verbrand te worden en kan het terug de voorraad in.
🏪 Wat gebeurt er met onbeschadigde kleding?
Webshops verwachten steeds vaker van hun klanten dat de kleding onbeschadigd retour wordt gezonden. De kleding is dan nog in prima staat. Het enige wat de webshop dan doet, is het kledingstuk opnieuw verpakken. Daarna gaat deze terug de voorraad in. Alleen even het kledingstuk uit de verpakking halen is de beste manier om verspilling tegen te gaan. Soms geeft de webshop een korting om het product aantrekkelijker te maken.
Meestal is er dan wel eerst een grondige inspectie van het product nodig, zodat zeker is dat de tweede eigenaar een deugdelijk product krijgt. Als een artikel niet meer kan worden verkocht, wordt deze via een outlet aan opkopers verkocht.
🌲 Zijn er duurzame oplossingen om te retourneren?
Webshops doen er alles aan om het retourprobleem op te lossen. Zij moeten de verspilling van producten verder terugdringen. Daarom kiezen sommige webshops ervoor om de kleding klaar te leggen in hun filiaal. Je kunt dan in de winkel de kleding passen. Als de kleding niet past, kun je deze achterlaten in het filiaal. Deze wordt dan terug de verkoop in gebracht. Je hoeft dus niets retour te sturen, waardoor bestelbusjes niet steeds van A naar B hoeven te reizen.
Een andere optie is het terugbrengen van kleding middels outlet. De kleding is dan niet erg mooi meer, maar wordt met grote kortingen verkocht. Op die manier krijgt het product toch nog een tweede leven. Is het kledingstuk echt flink beschadigd, maar kan het nog wel gedragen worden, dan doneren webshops de kleding aan goede doelen.
Ten slotte een andere duurzame oplossing: consumenten moeten zich meer bewust worden van het retour sturen van producten. Het vraagt behoorlijk wat van het milieu en leidt tot een kostenpost voor de winkel. De kleding wordt al goedkoop geproduceerd, waardoor de kleding soms onder kostprijs moet worden verkocht. Daardoor zijn er minder goede arbeidsvoorwaarden. We moeten ons dus goed bewust zijn van ons retourneringsgedrag.